Latijnse naam: Cantharellus Lutescens

Algemeen
De Trechtercantharel (Cantharellus Tubaeformis) en de Gele Trechtercantharel (Cantharellus lutescens) worden wel de herfst alternatieven van de gewone Cantharel genoemd. De gewone Trechtercantharelheeft een grijs- tot donkerbruine, trompetvormige hoed. De Gele variant is over het algemeen wat geler maar beide varianten liggen zeer dicht bij elkaar. Ze groeien in grote getale onder naaldbomen, vooral op mos, van de zomer (eind augustus) tot de late herfst en begin winter (februari).

Beschrijving
Met de slanke, holle steel en het ontbreken van een duidelijke geur onderscheiden deze soorten zich van de gewone Cantharel. De onderzijde van de hoed, met de gevorkte, vertakte plooien van de Trechtercantharel, lijkt wel bijzonder op de laatstgenoemde soort. De Gele, heeft een geel, bruine hoed met een oranje/gele onderzijde, waarop de plooien nauwelijks te zien zijn. Ze zijn niet erg vlezig.

Bewaren en houdbaarheid
Borstel (of was onder stromend water) de paddenstoel schoon. Borstelen heeft de voorkeur. Ook bij wilde paddestoelen vervlakt namelijk de smaak na spoelen met water. Bij veel zand is dit echter noodzakelijk. Vermijd bij het borstelen dat er zand in de lamellen komt. Snijd een klein stukje aan de onderkant van de steel. De gehele steel is goed van smaak. Cantharellen zijn zeer goed houdbaar in de koelkast.
Smaak en toepassing
De Trechtercantharel kan net als de gewone Cantharel goed worden gebakken bij wildgerechten. (combineer verschillende cantharellen).